Theorie van het voorspellende brein

Lange tijd werd gedacht dat de informatieverwerking in het brein te vergelijken is met die van een computer. Eerst is er input – dan volgt de verwerking – en dat leidt tot output. Inmiddels is er in de breinwetenschap echter een totaal andere kijk op de werking van ons brein.

Theorie van het voorspellende brein

De theorie van het voorspellende brein is een model dat is ontwikkeld om de manier waarop de hersenen informatie verwerken te beschrijven. Het idee is dat het brein gericht is op overleven, en dat de informatieverwerking in ons brein helpt die kans te vergroten. Om te overleven is het van essentieel belang om snel en gepast te kunnen reageren op situaties. En om dat te kunnen doen, om maximaal te kunnen anticiperen op wat gaat komen, maakt ons brein gebruik van onbewuste modellen over de wereld, afhankelijk van de context. Deze modellen maken het mogelijk om te voorspellen wat er in situaties gaat gebeuren. Ons brein wacht dus niet passief af wat de zintuigen voor informatie over de wereld aanreiken, maar sorteert er al actief op voor. De zintuigen worden vervolgens gebruikt om onze onbewuste voorspellingen te toetsen. En zo nodig gedrag bij te sturen of de voorspelling voor de toekomst aan te passen.

Andere informatieverwerking bij autisme

Peter Vermeulen legt in zijn boek “Autisme & het voorspellende brein” mooi uit hoe de informatieverwerking bij autisme verloopt. Volgens Vermeulen hebben autistische breinen een sterkere focus op detailinformatie. Daardoor is er minder aandacht voor de bredere context. De voorspellingen over de wereld die worden gedaan in een autistisch brein zijn daardoor ook veel minder gevoelig voor context. De interne modellen die een autistisch brein gebruikt zijn een soort wetmatigheden: als x, dan y. Soms, toeval, uitzonderingen komen niet voor in de modellen van een autistisch brein.

Komt een voorspelling niet overeen met wat de zintuigen waarnemen, spreken we over een voorspellingsfout.  Een autistisch brein hecht veel waarde hecht aan voorspellingsfouten. Alle gevonden fouten zijn belangrijk en reden om het interne model aan te passen. Een voorspellingsfout kan dan leiden tot een wetmatigheid die meer lijkt op: als x en a en b worden voorafgegaan door k en l of m en als niet p tenzij ook q en r maar dan niet g, dan y. Oftewel, voorspellingsfouten kunnen ervoor zorgen dat de interne modellen zo specifiek of complex worden dat ze simpelweg onbruikbaar worden om de wereld te voorspellen.

Verklaring voor symptomen van autisme

De theorie van het voorspellende brein verklaart waarom veel mensen met autisme moeilijkheden ervaren in het begrijpen van sociale interacties en communicatie. Sociaal verkeer is niet te vatten in een vaste wetmatigheid. Het is afhankelijk van de bredere context en berust op allerlei ongeschreven regels over wat gepast is. Een soms, toeval en uitzonderingen zijn daarbij ook nog eens aan de orde van de dag.

En ook de bij autisme bekende (over)gevoeligheid voor bepaalde sensorische prikkels is te verklaren vanuit het voorspellende brein. Het gaat hier niet om de verwerking van de prikkels op zich. Autistische breinen reageren daarop namelijk niet wezenlijk anders dan niet-autistische breinen. Het gaat hierbij om de verwerking van voorspellingsfouten in het brein. Elke voorspellingsfout, a.k.a. onverwachte sensorische prikkel, geeft namelijk een error, waarna het brein hard aan de slag gaat de interne modellen aan te passen. Die modellen worden zo specifiek dat ze niet meer bruikbaar zijn, en er dus nog veel vaker voorspellingsfouten optreden. En er dus veel vaker een error optreedt. Error na error geeft een system-overload: overprikkeling.

En nu?

Als je weet wat er gebeurt in een autistisch brein, kun je veel beter rekening houden met dat brein. De voorspellende brein theorie laat zien dat autistische breinen er minder goed in slagen om de wereld voorspelbaar te maken en het aantal voorspellingsfouten te verminderen. Voor deze breinen is het helpend als er zekerheid, duidelijkheid en voorspelbaarheid worden geboden, evenals voldoende tijd om de interne modellen aan te passen. Voorspelbaarheid en zekerheid betekenen minder stress. Minder stress resulteert in een grotere weerbaarheid én kunnen groeien en ontwikkelen.

De andere manier van informatieverwerking die een autistisch brein typeert, is gewoon een van de vele uitingen van neurodiversiteit. En hoewel het soms lastig leven is met zo’n brein, heeft dit anders denken ook hele mooie en positieve kanten.